1. Onderhoud van de batterij
Houd de batterij warm:
Batterijprestaties nemen af bij lage temperaturen. Wanneer u de batterij niet gebruikt, verwijdert u deze en bewaart u deze binnenshuis op een warme, droge plaats.
Laat de batterij niet gedurende langere tijd in een omgeving met temperaturen onder 0°C (32°F) liggen en laad de batterij niet op bij temperaturen onder het vriespunt.
Vermijd diepe ontlading:
Batterijen raken sneller leeg in de winter. Laad snel op en houd het laadniveau tussen 20%-80%.
Als u de fiets gedurende een langere periode niet gebruikt, bewaar de accu dan met een lading van ongeveer 50% en controleer/laad de accu elke 1 à 2 weken op.
Gebruik de juiste oplader:
Gebruik altijd de originele lader om schade aan de accu te voorkomen.
In de winter kan de oplaadtijd langer zijn. Volg daarom de instructies in de handleiding zorgvuldig op.
2. Motor en transmissiesysteem
Controleer waterdichtheid:
In de winter regent en sneeuwt het vaak. Zorg er daarom voor dat de motor en de controller goed zijn afgedicht tegen water.
Als er water in de motor of controller komt, droog deze dan onmiddellijk af.
Smeer het transmissiesysteem:
Breng regelmatig smeermiddel aan op de ketting, tandwielen en andere bewegende onderdelen om slijtage door problemen met de smering bij lage temperaturen te voorkomen.
Sneeuw en ijs verwijderen:
Controleer of er zich sneeuw of ijs heeft gevormd rond de wielen en de motor en verwijder deze zo snel mogelijk om een soepele werking te garanderen.
3. Frame en exterieur
Maak de fiets schoon:
Besneeuwde wegen hebben vaak een hoog zoutgehalte, wat het frame kan aantasten. Maak de fiets na het fietsen schoon met warm water en droog hem grondig.
Gebruik geen hogedrukreiniger, want hierdoor kan er water in de motor of de controller terechtkomen.
Roestpreventie:
Breng roestwerende olie aan op schroeven, kettingen en andere metalen onderdelen om ze te beschermen tegen corrosie in vochtige omgevingen.
4. Banden en remsysteem
Controleer banden:
Zorg voor een goede bandenspanning, niet te hoog en niet te laag. Door de bandenspanning in de winter iets te verlagen, kunt u de grip verbeteren.
Overweeg om over te stappen op winterbanden of antislipbanden bij ijzige of gladde wegen.
Remmen inspecteren:
Controleer de remblokken op slijtage en controleer of het remsysteem goed reageert.
Verwijder na het rijden in natte of besneeuwde omstandigheden eventueel water en vuil van de remschijven of -trommels.
5. Rijtips
Verwarm de fiets voor:
Voordat u de fiets start bij koud weer, trapt u enkele seconden lichtjes op de pedalen of schakelt u de ondersteuningsmodus in om de motor op te warmen en de impact van een koude start te verminderen.
Veiligheidsmaatregelen:
Rijd langzaam op ijzige of besneeuwde wegen en vermijd plotseling remmen of scherpe bochten.
Gebruik reflecterende stickers of felle voor- en achterlichten voor betere zichtbaarheid tijdens donkere winterdagen.
6. Langetermijnopslag
Juiste opslag:
Als u de fiets gedurende een langere periode in de winter niet gebruikt, berg hem dan op in een droge, geventileerde binnenruimte.
Laad de accu eenmaal per maand op om diepe ontlading en schade te voorkomen.
Bandenspanning verlichten:
Til de fiets op met een standaard en voorkom dat de banden gedurende langere tijd gewicht dragen, omdat dit vervorming kan veroorzaken.
Samenvatting
De winter kan een uitdaging zijn voor het gebruik van elektrische fietsen, maar met goed onderhoud en verzorging kunt u de prestaties en levensduur ervan garanderen. Geef prioriteit aan veiligheidsmaatregelen en geniet van de unieke charme van winterfietsen!
Winterse omstandigheden kunnen een aanzienlijke impact hebben op de prestaties van elektrische fietscomponenten zoals de accu en motor. Daarom is het essentieel om de juiste onderhoudsmaatregelen te implementeren die de levensduur van het voertuig effectief kunnen verlengen en de veiligheid van de berijder kunnen garanderen. Hieronder volgen specifieke onderhoudsaanbevelingen ter referentie: